Dividenduitkering en vrijstelling roerende voorheffing

23 mei 2024

 

De vennootschap is wettelijk verplicht om roerende voorheffing in te houden op het dividend dat wordt toegekend aan een natuurlijk persoon. Standaard bedraagt het tarief van de roerende voorheffing 30%. In bepaalde gevallen kan er ook sprake zijn van een verlaagde roerende voorheffing van 20%, 15% of 5%. 

VVPR-bis

VVPR-bis is een eerste mogelijkheid om van een verlaagd tarief roerende voorheffing te genieten. Deze mogelijkheid is enkel van toepassing voor kleine vennootschappen die aan onderstaande voorwaarden voldoen:

  • De vennootschap is een kleine vennootschap dat opgericht werd vanaf 1 juli 2013 of is een bestaande vennootschappen die een kapitaalverhoging door inbreng in geld heeft doorgevoerd na 1 juli 2013;
  • De inbreng in geld is volstort;
  • De aandelen blijven ononderbroken in volle eigendom bij diegene die de inbreng heeft gestort.

Als aan bovenstaande voorwaarden is voldaan kan in het tweede boekjaar (na dat van de inbreng) aanspraak worden gemaakt op de verlaagde roerende voorheffing van 20%. Vanaf het derde boekjaar (na het boekjaar van de inbreng) geldt 15% roerende voorheffing op de dividenduitkering.

Liquidatiereserve

Anderzijds kan een kleine vennootschap ook kiezen om een liquidatiereserve aan te leggen. Op moment van aanleg dient hierop een bijzondere aanslag vennootschapsbelasting betaald te worden van 10%. Vijf jaar na de aanleg kan deze reserve uitgekeerd worden aan een verlaagd tarief roerende voorheffing van 5%. Indien de liquidatiereserve eerder dan de vijfjarige termijn wordt uitgekeerd dan is er nog 20% roerende voorheffing verschuldigd. In geval van vereffening van de vennootschap zal er geen roerende voorheffing verschuldigd zijn.

Vrijstelling roerende voorheffing

De roerende voorheffing die is ingehouden op de dividenduitkering is gedeeltelijk vrijgesteld in de personenbelasting. Er kan maximaal een dividend van €800,- vrijgesteld worden met een maximumtarief roerende voorheffing van 30%. Dit betekent dus dat u maximaal €240,- (€800,- x 30%) roerende voorheffing kan recupereren in de aangifte personenbelasting en dus via de personenbelasting kan terugkrijgen of mag aftrekken van het te betalen bedrag aan belasting. De vrijstelling geldt per belastingplichtige, wat wil zeggen dat er bij gehuwden of wettelijk samenwonenden een totale vrijstelling van €1.600,- mogelijk kan zijn. 

Om de betaalde roerende voorheffing te kunnen recupereren dien je de ingehouden roerende voorheffing (maximum €240,-) in code 1434/2437 in te vullen op je belastingaangifte. 

In geval van meerdere dividenduitkeringen

Mocht je doorheen het jaar eventueel meerdere dividenduitkeringen ontvangen hebben, dan mag je zelf kiezen op welke van die dividenden je de vrijstelling toepast. Uiteraard zonder het maximale vrijgesteld bedrag van €800,- te overschrijven. Je kiest best voor de vrijstelling waarop het hoogste tarief van de roerende voorheffing toegepast is. 

Conclusie

Bij het ontvangen van een dividend kun je een deel van de ingehouden roerende voorheffing  recupereren via je aangifte personenbelasting. Het kan daarom interessant zijn om uit jouw eigen vennootschap jaarlijks een dividend toe te kennen van €800,- (of meer) zodanig dat dit belastingvoordeel optimaal benut kan worden.

Heb je hierover nog vragen, aarzel dan zeker niet jouw dossierbeheerder te contacteren.